U kunt het lint aan uw eisen aanpassen door opdrachten aan een gebruikergedefinieerde opdrachtengroep toe te kennen. Dit kunnen zowel opdrachten uit de hoofdtabbladen zijn of opdrachten van tabbladen die sporadisch worden gebruikt ("Volgende opdrachten") als ook acties. Daarnaast kunt u eigen tabbladen maken, bestaande tabbladen hernoemen alsmede de volgorde in het lint wijzigen.
Opmerking:
Het tabblad voor de toegang tot de EPLAN Cloud-producten kan niet worden aangepast omdat dit dynamisch wordt gegenereerd.
Lint minimaliseren
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint minimaliseren.
Er worden alleen nog de tabbladen van het lint weergegeven.
- Kies opnieuw de snelmenuopdracht Lint minimaliseren om het lint weer te vergroten.
Tips:
- U kunt het lint ook minimaliseren door op de sneltoets [Ctrl] + [F1] te drukken. Door opnieuw op deze sneltoets te drukken, vergroot u het lint weer.
- Om ook in geminimaliseerde toestand een opdracht te kiezen, klikt u in het lint op het gewenste tabblad.
Nieuwe opdrachtengroepen maken
U kunt opdrachten alleen aan een gebruikergedefinieerde opdrachtengroep toekennen.
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint aanpassen.
- Ga in het dialoogvenster Aanpassen naar het tabblad Lint aanpassen.
- Selecteer in het veld Hoofdtabblad de locatie waaraan de gebruikergedefinieerde opdrachtengroep moet worden toegevoegd.
- Klik op de knop [Nieuwe opdrachtengroep].
Onder het geselecteerde tabblad / de opdrachtengroep wordt een nieuwe gebruikergedefinieerde opdrachtengroep met de naam "Nieuwe opdrachtengroep (gebruikergedefinieerd)" gemaakt.
- Klik op de knop [Bewerken].
- Geef in het vervolgdialoogvenster de gewenste naam voor de opdrachtengroep op.
Gebruikergedefinieerde opdrachtengroepen kunnen worden herkend aan het feit dat aan de naam de aanvullende tekst "(gebruikergedefinieerd)" wordt toegevoegd.
Met de knoppen en
kunt u de volgorde van de opdrachtengroepen en ook de tabbladen in het lint wijzigen. Met de knop [Nieuw tabblad] kunt u onder het geselecteerde tabblad een nieuw tabblad maken. Onder dit tabblad wordt tegelijkertijd een nieuwe gebruikergedefinieerde opdrachtengroep gemaakt.
Opdrachten aan een gebruikergedefinieerde opdrachtengroep toekennen
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint aanpassen.
- Ga in het dialoogvenster Aanpassen naar het tabblad Lint aanpassen.
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst Opdrachten selecteren de categorie waaruit u een opdracht voor het lint wilt selecteren.
- Markeer de gewenste opdracht in de lijst daaronder.
- Selecteer in het veld Hoofdtabblad de gebruikergedefinieerde opdrachtengroep die moet worden uitgebreid.
- Klik op de knop
om de geselecteerde opdracht aan de gebruikergedefinieerde opdrachtengroep toe te kennen.
- Herhaal de procedure om nog meer opdrachten toe te kennen.
- Klik op [OK].
De geselecteerde opdrachten worden op het betreffende tabblad in het lint weergegeven.
Acties aan een gebruikergedefinieerde opdrachtengroep als opdrachten toekennen
In EPLAN worden talrijke programmafuncties als zogeheten "acties" gerealiseerd. Een deel van deze acties kunt u bij het aanpassen van het lint expliciet selecteren en op deze manier bijvoorbeeld vaak gebruikte symbolen, macro's of andere belangrijke programma-acties als snel toegankelijke opdrachten in het lint opslaan. Daarbij worden deze acties via een opdrachtregel gestuurd.
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint aanpassen.
- Ga in het dialoogvenster Aanpassen naar het tabblad Lint aanpassen.
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst Opdrachten selecteren de categorie "Acties".
- Markeer de gewenste actie in de lijst daaronder.
- Selecteer in het veld Hoofdtabblad de gebruikergedefinieerde opdrachtengroep die moet worden uitgebreid.
- Klik op de knop
om de actie aan de gebruikergedefinieerde opdrachtengroep toe te kennen.
- Selecteer in het vervolgdialoogvenster Bewerken in het veld Afbeelding de afbeelding die voor de opdracht in het lint moet worden weergegeven.
- Voer in het veld Weergavenaam voor de geselecteerde actie de tekst in die voor de opdracht in het lint moet worden weergegeven.
- Pas in het veld Opdrachtregel voor de geselecteerde actie het voorbeeld dat is ingevoerd aan uw wensen aan.
- Geef in de velden Knopinfo en Beschrijving de teksten op die als koptekst en als tweede rij in de knopinfo moeten worden weergegeven.
- Klik op [OK].
De geselecteerde actie wordt als opdracht op het betreffende tabblad in het lint weergegeven. Als u in het dialoogvenster Bewerken geen afbeelding hebt geselecteerd, wordt voor de opdracht een standaard afbeelding weergegeven.
Opmerking:
U kunt de instellingen voor een dergelijke opdracht ook naderhand bewerken. Klik daartoe met de rechtermuisknop op het lint en kies de snelmenuopdracht Lint aanpassen. Vervolgens selecteert u in het dialoogvenster Aanpassen in het veld Hoofdtabbladen de betreffende opdracht, klikt u op de knop [Bewerken] en brengt u in het vervolgdialoogvenster Bewerken uw wijzigingen aan.
Via de actie "Extern programma uitvoeren" (XCMUserToolAction) kunt u bijvoorbeeld een tekstditor in EPLAN invoegen. Daartoe geeft u in de opdrachtregel het bestandspad en de bestandsnaam op:
XCMUserToolAction /command:"c:\Windows\notepad.exe"
Lint terugzetten op standaardinstellingen
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint aanpassen.
- Ga in het dialoogvenster Aanpassen naar het tabblad Lint aanpassen.
- Klik op de knop [Beginwaarden].
Nadat u een vraag bevestigend hebt beantwoord, wordt het lint weer op de standaardinstelling teruggezet.
Lint exporteren
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint exporteren.
- Definieer in het vervolgdialoogvenster de directory en de bestandsnaam voor het exportbestand.
- Klik op [Opslaan].
Het exportbestand wordt in XML-formaat opgeslagen. Het gehele lint wordt geëxporteerd.
Lint importeren
- Klik met de rechtermuisknop op het lint.
- Kies de snelmenuopdracht Lint importeren.
- Selecteer in het vervolgdialoogvenster het gewenste bestand in het XML-formaat.
- Klik op [Openen].
Het dialoogvenster Aanpassen wordt geopend. In de lijst onder het veld Opdrachten selecteren worden de opdrachten in het importbestand in een boomstructuur weergegeven.
- Selecteer de opdrachten die u wilt importeren. U kunt zowel afzonderlijke opdrachten als opdrachtengroepen en tabbladen selecteren.
- Selecteer in het veld Hoofdtabblad de locatie waaraan de gebruikergedefinieerde opdrachten moeten worden toegevoegd. Afzonderlijke opdrachten kunnen alleen in een gebruikergedefinieerde opdrachtengroep worden ingevoegd.
- Klik op de knop
om de geselecteerde opdrachten toe te kennen.
- Herhaal de procedure om nog meer opdrachten toe te kennen.
- Klik op [OK].
De geselecteerde opdrachten worden geïmporteerd en vervolgens op het betreffende tabblad in het lint weergegeven.
Tip:
Met de actie
Opmerking:
Linten die met een nieuwere EPLAN-versie zijn geëxporteerd dan de versie die actueel wordt gebruikt, kunnen niet worden geïmporteerd. Bij linten die met een oudere EPLAN-versie zijn geëxporteerd, worden alleen de gebruikergedefinieerde tabbladen geïmporteerd.
Zie ook