Een doorvoer- of staafstroomtransformator is een speciaal apparaat dat wordt gebruikt om de primaire stroom in een geleider te meten zonder de geleider te doorbreken. Door een dergelijk apparaat loopt een verbinding zonder dat op deze verbinding een aansluiting van het apparaat wordt aangesloten.
Aansluitlogica
Om dergelijke apparaten in EPLAN te kunnen ontwerpen, is in het dialoogvenster Aansluitlogica voor de eigenschap Aansluittype de optie "Mechanische doorvoering" beschikbaar. Met twee aansluitingen van dit aansluittype in de aansluitlogica wordt de verbinding door het apparaat geleid. Hiertoe moet voor een aansluiting met dit aansluittype in de eigenschap Potentiaal doorvoeren naar een aansluiting met hetzelfde aansluittype zijn ingevoerd. De eigenschap Aantal doelen moet "1" zijn.
Om ervoor te zorgen dat u niet bij elk betreffende apparaat de genoemde voorwaarden handmatig hoeft in te stellen, is de functiedefinitie "Stroomtransformator, inductief" met precies deze aansluitlogica beschikbaar.
Voor de weergave van stroomtransformatoren met mechanische doorvoering zijn er in de standaard symboolbibliotheken enkele symbolen (LSW1C, LSW2C, LSW3C) beschikbaar waarbij deze functiedefinitie reeds vooringesteld is.
Om de instellingen in de aansluitlogica voor mechanische doorvoeringen te controleren, kunt u de controleprocedure 007035 uit de meldingsklasse 007 "Apparaten" gebruiken. Deze controleprocedure meldt aansluitingen met het aansluittype "Mechanische doorvoering" die geen geldige tegenpool hebben of waarvan het aantal doelen niet "1" is.
Verbindingseigenschappen
Voor de codering van verbindingen die door een mechanische doorvoering lopen, worden de volgende twee eigenschappen gebruikt:
- Doorlopen mechanische doorvoeringen (ID 31164)
- Mechanische doorvoeringen aanwezig (ID 31165)
Deze eigenschappen kunnen als kolommen in de verbindingen-navigator, voor de uitvoer naar verwerkingen, voor het filteren etc. worden gebruikt. De uitgevoerde informatie is bedoeld voor gebruikers die een schakelkast op basis van een bedradingslijst bedraden en EPLAN Smart Wiring niet gebruiken.
Routeren van routeringsverbindingen
Bij het routeren van routeringsverbindingen in de layoutruimte krijgen verbindingen die door componenten met een mechanische doorvoering lopen een speciale behandeling. Daarbij worden voor deze componenten routeringspaden gegenereerd die dezelfde code krijgen als de component waardoor de verbinding wordt geleid. In dat geval wordt in de eigenschap Layoutruimte: Routeringstraject naast de overige routeringspaden (bijvoorbeeld voor draadkokers) ook de ODC van de component met de doorvoering weergegeven. Deze informatie is nodig door EPLAN Smart Wiring.
Ook bij 3D-verbindingen zijn de beide eigenschappen Doorlopen mechanische doorvoeringen (ID 31164) en Mechanische doorvoeringen aanwezig (ID 31165) beschikbaar en worden met waarden gevuld.
Bij het routeren van verbindingen voor componenten met mechanische doorvoering kunnen zich verschillende problemen voordoen, waardoor de verbindingen niet kunnen worden gerouteerd. Om deze problemen op te lossen, zijn in meldingsklasse 026 "3D-montageopbouw" de volgende controleprocedures beschikbaar:
- De controleprocedure 026108 controleert of er voor een component met mechanische doorvoering een bijpassend aansluitbeeld beschikbaar is.
- De controleprocedure 026109 controleert of voor een meerlijnige component met mechanische doorvoering in het schema een bijbehorende 3D-artikelplaatsing in de layoutruimte voorkomt.
- De controleprocedure 026110 stelt vast dat voor een bepaalde aansluiting van de mechanische doorvoering geen instappunt in het routeringspadnetwerk is gevonden.
In dat geval - verbindingen niet gerouteerd - wordt naast de bovengenoemde meldingen ook melding 026043 uitgevoerd ("Geen routeringstraject tussen bron en doel gevonden"). Voor componenten met mechanische doorvoering wordt deze melding aangevuld met een toevoeging voor mechanische doorvoeringen.
Zie ook