Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Schemamacro's: Rekening houden met bedrijfsstandaarden en normen

Onder schemamacro's verstaan we 2D-macro's die als venster- en / of symboolmacro's voor de engineering van schema's bijvoorbeeld op schemapagina's kunnen worden geplaatst.

Om bij deze engineering rekening te kunnen houden met verschillende normen en bedrijfsstandaarden, hebt u in EPLAN niet meerdere artikelen met verschillende schemamacro's nodig. In plaats hiervan kunt u in het artikelbeheer bij een artikel meerdere specifieke schemamacro's voor normen en / of bedrijfsstandaarden opslaan. Hiertoe zijn op het tabblad Eigenschappen in het hiƫrarchieniveau Gegevens de volgende eigenschappen beschikbaar:

  • Schemamacro: GB/CCC (ID 22873)
  • Schemamacro: GOST (ID 22874)
  • Schemamacro: IEC (ID 22870)
  • Schemamacro: NFPA inch (ID 22872)
  • Schemamacro: NFPA mm (ID 22871)
  • Schemamacro's voor bedrijfsstandaard (ID 22882)

Met behulp van de projectspecifieke instellingen in het groepsvak Voorkeur standaarden voor het invoegen van schemamacro's definieert u welke bedrijfsstandaard of welke norm bij het invoegen van macro's of apparaten via het invoegcentrum wordt gebruikt. Wanneer in het artikelbeheer bij een artikel voor dezelfde norm of dezelfde bedrijfsstandaard een schemamacro is opgeslagen, wordt deze macro gebruikt.

Dat geldt voor vrijwel alle acties waarbij macro's en apparaten worden ingevoegd (bijvoorbeeld via het invoegcentrum) of apparaten worden geplaatst (bijvoorbeeld vanuit een navigator). Een uitzondering hierop vormt het plaatsen van mechanische apparaten in de 2D-schakelkastopbouw en in de 3D-montageopbouw. Hierbij blijven de hier aangebrachte instellingen buiten beschouwing.

Volgorde bij het invoegen van macro's

Voor het invoegen van macro's bij de genoemde acties geldt de volgende volgorde:

  • Schemamacro voor bedrijfsstandaard
  • Schemamacro voor norm
  • Schemamacro

Dat betekent dat bij het invoegen van macro's eerst de schemamacro voor de bedrijfsstandaard wordt gebruikt. Wanneer er geen bedrijfsstandaard is ingesteld of wanneer er geen schemamacro voor de bedrijfsstandaard beschikbaar is, wordt de macro van de voorkeursnorm gebruikt. Wanneer er geen norm is geselecteerd of wanneer er geen schemamacro beschikbaar is, wordt de macro gebruikt die in de eigenschap Schemamacro (ID 22145) is ingevoerd.

Filtering van het invoegcentrum op standaardspecifieke macro's

Wanneer in het groepsvak Voorkeur standaarden voor het invoegen van schemamacro's een bedrijfsstandaard of een norm is ingesteld, worden in het invoegcentrum alle schemamacro's weergegeven die overeenkomen met de bedrijfsstandaard of met de norm. Daarnaast worden de schemamacro's weergegeven die noch een bedrijfsstandaard noch een norm hebben.

Wanneer in dit groepsvak geen bedrijfsstandaard of geen norm is gedefinieerd, worden in het invoegcentrum alle schemamacro's weergegeven.

Een geactiveerd filter wordt in de titelbalk van het invoegcentrum door een procentteken "%" aangegeven (bijvoorbeeld %IEC).

Om te kunnen filteren moet de betreffende standaard bij de macro zijn opgeslagen. Met behulp van de projectspecifieke instellingen in het groepsvak Standaard voor het genereren van schemamacro's definieert u welke bedrijfsstandaard of welke norm bij het automatisch genereren van schemamacro's in het macroproject bij de betreffende schemamacro moet worden opgeslagen.

Eigenschappen bij het macrovak

De instelling voor de bedrijfsstandaard of voor de norm in het groepsvak Standaard voor het genereren van schemamacro's wordt bij het genereren van schemamacro's bij de macrovakken van alle gegenereerde schemamacro's opgeslagen. De betreffende waarde wordt in de eigenschappen Macro: Bedrijfsstandaard of Macro: Norm overgedragen.

Met behulp van deze eigenschappen kunt u in het schemaproject schemamacro's met normen of bedrijfsstandaarden in de macro-navigator, in het invoegcentrum en in de grafische editor identificeren.

Hiertoe kunnen de eigenschappen bijvoorbeeld als aanvullende kolommen in de macro-navigator en in het invoegcentrum worden weergegeven of in de eigenschapsgroeperingen van macrovakken worden gebruikt, om in de grafische editor de bij het macrovak opgeslagen standaard weer te geven.

Opmerking:

In een macroproject zijn deze eigenschappen leeg of wordt de invoer "Geen norm" weergegeven, omdat deze eigenschappen pas bij het genereren van de macro's bij het macrovak worden opgeslagen.

Zie ook